Kennisbank Knotboom

Een knotboom is een boom die regelmatig geknot wordt op een bepaalde hoogte. Meestal gebeurt dit op zo’n twee meter stamhoogte.
Door het regelmatig terugsnoeien ontstaat er na verloop van tijd op de stam een knoestige knot’.

Knotbomen werden door de boer gepoot als grensafscheiding en gebruikt als geriefhout. Afhankelijk van de dikte had dit hout verschillende toepassingen, brandhout, bezems en walbeschoeiing. Meestal is een knotboom een wilg, es, els of populier. Er komen ook knot- eiken, linden en haagbeuken voor, meestal op de drogere gronden. Oude knotbomen met holtes, bieden nestgelegenheid aan vogels.

Aanleg

Voor de aanplant van wilgen is een rechte staak (een tak) van een bestaande knotboom voldoende. Een staak heeft een doorsnede van ca. 5 cm. De onderkant van de bast moet gedeeltelijk geschild worden. Steek de staak dan 1 meter in de grond. Plant meerdere staken 5 – 6 meter uit elkaar.

Beheer

Als de boom groot genoeg is kan voor de eerste keer geknot worden. Meestal wordt er op ongeveer 2 meter hoogte een knot gemaakt. Zaag de takken niet elk jaar af, laat ze meerdere jaren staan. Knot niet alle bomen in een rij in één keer, zodat er in het vroege voorjaar nog stuifmeel overblijft.

Aanleg en beheer van een knotboom